Discriminatiegronden
De wetgeving over gelijke behandeling verbiedt discriminatie op grond van de volgende kenmerken: arbeidsduur (fulltime/parttime werk), burgerlijke staat, geslacht, godsdienst, handicap/chronische ziekte, leeftijd, levensovertuiging, nationaliteit, politieke overtuiging, ras, seksuele gerichtheid, soort contract (vast of tijdelijk)
Het kenmerk waarop iemand gediscrimineerd wordt noemen we een discriminatiegrond. Word je onterecht ongelijk behandeld en heeft dat te maken met een van die gronden, dan kun je een beroep doen op de wet. Over elk van deze discriminatiegronden vind je hieronder voorbeelden.
Arbeidsduur (fulltime of parttime werk)
In Nederland mag het feit dat je een parttime of fulltime dienstverband hebt, geen reden zijn voor ongelijke behandeling op het gebied van arbeidsvoorwaarden en beloning. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van arbeidsduur:
- Bij een bedrijf komen alleen werknemers die meer dan 32 uur per week werken in aanmerking voor de seniorenregeling, waarbij zij vanaf een bepaalde leeftijd minder mogen gaan werken met behoud van loon.
- Een parttimer moet meer dienstjaren werken om voor dezelfde, automatische loonsverhoging in aanmerking te komen als een fulltimer.
Burgerlijke staat
In Nederland mag je burgerlijke staat geen reden zijn voor ongelijke behandeling. Onder burgerlijke staat en leefsituatie valt gehuwd of ongehuwd zijn, een samenlevingscontract of geregistreerd partnerschap hebben, gescheiden zijn, wettig of onwettig kind zijn en alleenstaand zijn. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van burgerlijke staat:
- Een werkneemster krijgt van haar werkgever geen extra verlofdagen voor het aangaan van een geregistreerd partnerschap, terwijl collega’s die gaan trouwen wel extra verlofdagen krijgen.
- Alleenstaanden betalen een hogere lidmaatschapscontributie dan (echt)paren per persoon zijn verschuldigd.
- Twee studenten mogen hun theologieopleiding niet voortzetten omdat zij ongehuwd samenwonen.
Geslacht
In Nederland worden mannen en vrouwen hetzelfde behandeld. De grond ‘geslacht’ beschermt vrouwen en mannen tegen ongelijke behandeling. Discriminatie vanwege zwangerschap valt ook onder discriminatie op grond van geslacht, evenals discriminatie van transgenders en mensen die niet of niet helemaal bij het ene of het andere geslacht horen (mensen met een intersekse conditie). In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van geslacht:
- Het arbeidscontract van een werkneemster wordt niet verlengd omdat zij zwanger is.
- In de krant verschijnt een vacature waarin specifiek wordt gezocht naar een mannelijke of vrouwelijke werknemer.
- Een bedrijf wil geen dienstverband meer aangaan met een voormalige medewerkster die transseksueel is.
Godsdienst/levensovertuiging
In Nederland is iedereen vrij om te geloven of om geen geloof te hebben. Het hebben van een bepaald geloof of levensovertuiging mag geen reden zijn om uitgesloten te worden van bijvoorbeeld werk of onderwijs. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van godsdienst of levensovertuiging:
- Een moslima mag geen hoofddoek dragen op het werk.
- Een joodse scholier kan op zaterdag niet meedoen aan het toelatingsexamen voor een studie en kan daardoor niet met de studie starten.
- Een christelijke werknemer mag zijn kruisje niet zichtbaar dragen.
Handicap/chronische ziekte
In Nederland mag je geen nadeel ondervinden van je handicap of chronische ziekte bij, onder andere, het zoeken naar of hebben van werk, bij het volgen van onderwijs, bij huisvesting, het uitgaan of in het openbaar vervoer. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte:
- Een uitzendorganisatie weigert een intakegesprek met een dove man vanwege zijn handicap.
- Een visueel beperkte vrouw mag haar assistentiehond niet mee nemen naar de sportschool.
- Een aanbieder van regionaal openbaar vervoer weigert een persoon in en rolstoel te helpen bij het in -en uitstappen van de bus.
Leeftijd
Je leeftijd mag geen reden zijn om ongelijk behandeld te worden bij het zoeken naar of hebben van werk of bij het volgen van beroepsonderwijs. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van leeftijd:
- Een bedrijf zoekt voor een vacature een 'pas afgestudeerde'.
- Iemand wordt afgewezen voor een functie omdat hij/zij te oud is.
- Een vrijwilligersorganisatie beëindigt het vrijwilligerscontract van een vrijwilliger omdat deze zeventig jaar is geworden.
Nationaliteit
Je mag niet ongelijk worden behandeld vanwege de nationaliteit die in je paspoort staat. Ook je zogeheten status (soort verblijfsvergunning) valt onder de grond nationaliteit. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van nationaliteit:
- Een autoverhuurbedrijf weigert een Duitse man een auto te verhuren wegens zijn niet-Nederlandse nationaliteit.
- Een werkgever wijst een sollicitant met de Nederlandse nationaliteit af omdat hij op zoek is naar een Poolse schilder.
- Een makelaar biedt woningen uitsluitend aan ‘expats’ aan.
Politieke overtuiging
Je politieke overtuiging mag geen reden zijn voor ongelijke behandeling op het gebied van werk, onderwijs en het afnemen van goederen en diensten. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van politieke overtuiging:
- Een werkneemster wordt ontslagen vanwege haar mening in een politieke discussie, die anders was dan die van haar werkgever.
- Een politieke partij kan geen rekening openen bij een bank omdat de bank de activiteiten van de partij beschouwt als maatschappelijk niet aanvaardbaar.
Ras/huidskleur/etnische herkomst
Je huidskleur, afkomst, nationale of etnische achtergrond mag geen reden zijn voor ongelijke behandeling. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van ras:
- Een sollicitant wordt door een werkgever afgewezen vanwege zijn ‘niet-Nederlands klinkende’ achternaam.
- Een bezorgservice weigert producten af te leveren op een woonwagenkamp.
- Een man met een Surinaams accent wordt niet aangenomen als receptionist.
Seksuele gerichtheid
In Nederland mag je niet ongelijk worden behandeld vanwege je seksuele gerichtheid. Het feit dat iemand hetero-, homo- of biseksueel is, mag geen reden zijn voor onderscheid. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid:
- Een man wordt door zijn buren uitgescholden en bedreigd omdat hij homo is.
- Een werkgever wijst een homoseksuele sollicitant af vanwege zijn ‘homo-achtig’ gedrag.
- Een vrouw mag een huwelijksauto niet meer huren als de eigenaar erachter komt dat ze lesbisch is.
Soort contract (vast of tijdelijk)
Een vast of tijdelijk contract mag geen reden zijn voor ongelijke behandeling op het gebied van arbeidsvoorwaarden. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van het soort contract:
- Een werknemer met een tijdelijk contract wordt uitgesloten van senioren- en afbouwregelingen, pensioenregelingen en vakantieregelingen.
- Een werknemer met een tijdelijk contract krijgt geen dertiende maand uitgekeerd, in tegenstelling tot collega's met een vaste aanstelling.