Afkomst is ook in Nederland op vele momenten een beslissende factor
‘De systemische problemen zitten ook in onze samenleving. Ook hier zijn mensen die niet worden beoordeeld op hun toekomst maar op hun afkomst.’ Aldus premier Rutte deze week in reactie op de Nederlandse anti-racismedemonstraties. Op welke momenten in een mensenleven kan afkomst inderdaad een hindernis zijn?
Op de basisschool...
De Inspectie van het Onderwijs sprak niet over racisme of discriminatie toen zij in 2016 alarm sloeg over de groeiende kansenongelijkheid in het basisonderwijs. Wel stelden de inspecteurs vast dat leerlingen met gelijke prestaties steeds vaker op verschillende niveaus in het voortgezet onderwijs terechtkomen. En dat het diploma van hun ouders hierbij steeds belangrijker wordt. Kinderen met ouders die geen hoger onderwijs genoten – een groep waarin ouders met een migratie-achtergrond zijn oververtegenwoordigd – krijgt lagere schooladviezen en deze worden ook minder vaak bijgesteld op basis van de eindtoets. De oorzaak ligt deels in het (onbewuste) verwachtingspatroon van de onderwijzers die het schooladvies geven in groep 8.
Vorig jaar was er wel lichte verbetering zichtbaar, rapporteerde de Inspectie: ‘Voor leerlingen met lager opgeleide ouders dalen de adviezen niet langer. Ze blijven wel lager dan je zou verwachten.’ Het is een van de redenen dat de eindtoets in groep 8 weer een belangrijker rol krijgt in het schooladvies, omdat die kan dienen als een onafhankelijke keurmeester die niet wordt gehinderd door verwachtingen.