Coronamaatregelen voor mensen met een beperking: ‘Ik weet de weg niet meer’
Terrassen op de stoep, andere in- en uitgangen bij het ov en geen voelbare geleidelijnen. Bij de aanpassingen rond corona is te weinig rekening gehouden met mensen met een beperking. ‘Ik kan nu niet zonder begeleiding naar de winkel.’
“Bij de tram stapte ik vroeger voorin in, bij de bestuurder. Die instapplek was vaak aangegeven met voelbare tegels en een duidelijk merkteken tussen de rails,” zegt Berry den Brinker, onderzoeker aan de VU Amsterdam. Hij is visueel beperkt. “Nu moet ik zelf uitvinden waar de deur is. Die kan ik niet zien en bij elke tram is het weer anders.”
De coronaprotocollen schrijven nu nog voor dat reizigers niet meer bij de bestuurder mogen instappen. Op het eerste gezicht een kleine aanpassing, maar mensen met een beperking worden hierdoor buitenspel gezet. Het is de zoveelste aanpassing waarbij met hen geen rekening is gehouden.
Den Brinker tikt vaak met zijn stok tegen de zijkant van de tram om te voorkomen dat de tram wegrijdt voor hij de ingang heeft gevonden. “Dat zijn dingen waar niet over is nagedacht. Net als de verruiming van het terrasbeleid. Ik weet mijn weg wel in de buurt, maar door alle regels staan er ineens tafels en stoelen op de stoep.”