Amnesty International: "De politie 'weet' van tevoren wie de volgende crimineel wordt"
In Nederland wordt er door de politie steeds vaker gebruikgemaakt van predictive policing. Met deze werkwijze, die is gebaseerd op algoritmes en verzamelde data, kan de politie beter voorspellen waar bijvoorbeeld de volgende woninginbraak plaats zal vinden. Dat klinkt handig, maar Amnesty International heeft een aantal kanttekeningen bij deze nieuwe werkwijze gezet. Zo kan predictive policing leiden tot discriminatie en etnisch profileren. Merel Koning van Amnesty International legt uit waarom.
NEUTRAAL
"Het lijkt in eerste instantie heel neutraal, maar als je goed kijkt is dat het helemaal niet", vertel Merel. "De data die wordt gebruikt, komt uit politiedatabanken en als die al decennia en decennia lang in bepaalde wijken veel meer optreden dan andere wijken...Ja, dan wordt er wel voorspeld dat daar dan de volgende criminaliteit gaat plaatsvinden, want de data gaat over die wijken. Maar het zegt natuurlijk niks over de andere wijken."
ETNISCH PROFILEREN
Volgens Merel kan deze werkwijze discriminatie of etnisch profileren in de hand helpen. Als voorbeeld noemt ze het Sensing project dat sinds een half jaar in Roermond plaatsvindt: "Wij zijn erachter gekomen dat de Nederlandse politie sensoren en camera's heeft geplaatst en aan massasurveillance doet. Iedere beweging in een gedeelte van de stad wordt in de gaten gehouden en geanalyseerd met algoritmes." De reden dat de politie dit doet is om tasjesdieven en zakkenrollers met een Oost-Europese afkomst te pakken. "Maar dat resulteert erin dat als je met een Oost-Europees kenteken naar Roermond zou rijden, je misschien wel een hogere risicoscore hebt en daarom staande wordt gehouden door de politie."