Organisaties eisen vervolging agenten voor racisme in WhatsAppgroep
Vijf antiracismeorganisaties beginnen vandaag een procedure bij het gerechtshof om een aantal agenten toch te laten vervolgen wegens discriminerende en racistische uitlatingen in een WhatsAppgroep. De organisaties zijn het er niet mee eens dat het Openbaar Ministerie geen vervolging heeft ingesteld. Via het gerechtshof willen ze die alsnog afdwingen.
Het gaat om de uitlatingen die vijf Rotterdamse agenten begin 2019 deden in een WhatsAppgroep. Ze reageerden destijds op een filmpje waarin donkere jongeren een blanke buurtgenoot sloegen. De agenten plaatsten berichten over 'kut-afrikanen' en 'pauper-allochtonen'.
NRC Handelsblad publiceerde deze zomer de inhoud van de appgroep. Het Openbaar Ministerie stelde daarop een onderzoek in, maar concludeerde dat de agenten niet strafbaar waren. Want hoewel de inhoud 'laakbaar en niet passend is voor politiefunctionarissen', werden ze gedaan in een besloten WhatsAppgroep. Daardoor zou het niet strafbaar zijn.
Artikel 12-procedure
De antiracismeorganisaties Controle Alt Delete, Radar, Spior, St. Ocan en Concrete Blossom zijn het daar niet mee eens. Woordvoerder Jair Schalkwijk: "Wij denken dat het wel strafbaar is, omdat het gaat om de uitingen zelf. Als we in de wet kijken, zien we niet dat het feit dat ze in een WhatsAppgroep zijn gedaan, geen reden kan zijn voor vervolging."
Ze starten daarom een zogeheten Artikel 12-procedure. Daarin vragen ze het gerechtshof het Openbaar Ministerie te dwingen vervolging in te stellen. Daardoor zou het OM deze zaak alsnog voor de rechter moeten brengen.