Zes op de tien transgenders voelen zich wel eens onveilig op sportclub
Tachtig procent van de transgenders voelt zich geaccepteerd bij een sportclub. Toch krijgt zes op de tien van hen soms te maken met negatieve gedragingen. Dat blijkt uit een online onderzoek van het Mulier Instituut.
Niet bij de vrouwen en mannen mee mogen doen, geweigerd worden of moeten stoppen wegens ongepast gedrag. Het is de harde realiteit voor zo’n tien procent van de transgenderpersonen in sportend Nederland. Dat blijkt uit een online onderzoek van het Mulier Instituut in samenwerking met Transgender Netwerk Nederland. Samen ondervroegen zij 133 transgender- en seksediverse personen naar hun sportdeelname en acceptatie in de sport.
Uit het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Alliantie Gelijkspelen, blijkt dat sport voor deze groep belangrijk is. Deze alliantie is een samenwerkingsverband dat zich onder aanvoering van de John Blankenstein Foundation inzet voor brede LHBTI-acceptatie in de sport. Zeven van de tien respondenten geven aan dat sporten een positieve rol heeft, het is bijvoorbeeld een belangrijke uitlaatklep. “Met hockey kan ik altijd alles van me af meppen”, licht een jonge transgender in het onderzoek toe. “Verder was ik er goed in, waardoor mensen eerder accepteerden hoe ik was.”