Nog steeds tekort woonwagenstandplaatsen
Het tekort aan woonwagenstandplaatsen dat ruim twintig jaar geleden bij 46 Nederlandse gemeenten werd vastgesteld, is sindsdien nauwelijks ingelopen. De meeste standplaatsen verdwenen in Maastricht (85). Ook in Venlo werd op grote schaal afgebouwd.
Meer dan de helft van de 46 gemeenten weet bovendien niet dat er in 1998 een tekort is vastgesteld, ontdekte het datajournalistieke platform Pointer. Slechts acht gemeenten hebben het aantal standplaatsen sindsdien vergroot.
Faciliteren
Als Europese lidstaat is Nederland verplicht de culturele woonvorm van Sinti, Roma en andere woonwagenbewoners voldoende te faciliteren. Gebeurt dat niet, dan schendt Nederland internationaal beschermde mensenrechten en dreigt een rechterlijke veroordeling door het Europees Hof.
Achterstand
In 1998 wees toenmalig staatssecretaris Johan Remkes van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 46 gemeenten erop dat ze een substantieel tekort aan standplaatsen voor woonwagens hadden. In totaal ging het toen om een achterstand van 1710 plaatsen. Uit onderzoek van het platform van omroep KRO-NCRV blijkt dat het tekort twintig jaar later slechts met ongeveer 20 procent is teruggedrongen, terwijl de behoefte aan standplaatsen juist is toegenomen. Kinderen van woonwagenbewoners die een eigen standplaats wilden, kwamen op een wachtlijst te staan. In sommige gemeenten is de wachttijd meer dan 25 jaar.