Iedereen wil gemengde klassen, en toch lukt het niet
Vooroordelen en de nadruk op schoolprestaties staan het ideaal van ‘de gemengde klas’ in de weg. Dat is onterecht, vinden betrokkenen. En een gemis.
Iedereen kent het beeld: een hoogopgeleid gezin strijkt neer in een voormalige volksbuurt, omdat die zo leuk gemengd is. Maar elke ochtend rijden de kinderen naar scholen aan de andere kant van de stad, waar ze meer gelijkgestemden tegenkomen.
Deze vlucht van kansrijke leerlingen komt naar voren in recente onderzoeken. ‘Kinderen van hoogopgeleide ouders mengen minder en gaan meer geclusterd met elkaar naar school,’ meldt de dienst Onderzoek, Informatie en Statistiek in een onderzoek naar segregatie op de Amsterdamse basisscholen, dat onlangs in de gemeenteraad is besproken. In het voortgezet onderwijs is de tweedeling nog hardnekkiger – al is uiteraard niet alles toe te schrijven aan de keuzes van de ouders. Op een categorale vwo-school heeft meer dan tachtig procent van de leerlingen hoogopgeleide ouders, op een scholengemeenschap is dat iets meer dan veertig procent en op het vmbo twintig procent.
Weerbarstige praktijk
Deze segregatie zet de ‘sociale functie’ van het onderwijs onder druk, concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) deze maand na uitgebreid onderzoek. Dit komt erop neer dat kinderen met verschillende achtergronden elkaar nauwelijks tegenkomen op school. Waar treft een kind uit Zuid nog leeftijdgenoten met een andere achtergrond als het naar een categoraal gymnasium gaat, voetbalt bij AFC en muziekles krijgt van een privédocent? En dat in een samenleving waarin de verschillen sowieso omvangrijk zijn: tussen arm en rijk, hoog- en laagopgeleid, boomer en millennial, vast dienstverband en oproepkracht.
Het wonderbaarlijke is dat iedereen het erover eens is dat gemengde klassen wenselijk zijn: docenten, ouders, wetenschappers en politici. De praktijk is anders. “Er bestaat een grote kloof tussen wens en werkelijkheid,” zegt onderwijssociologe Monique Turkenburg, een van de auteurs van het SCP-onderzoek. “De dilemma’s zijn enorm. Ouders mikken voor hun kinderen op een zo hoog mogelijk diploma en willen elk risico uitsluiten.”