'Kinderen met een beperking eenzamer dan ooit door corona'
Kinderen met een beperking hebben zwaar te lijden onder te coronacrisis: bijna driekwart zegt zich eenzamer dan ooit te voelen. Dat valt af te leiden uit een inventarisatie van de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind onder 161 gezinnen met minstens een kind met een beperking.
Deze groep kinderen mist vooral activiteiten en vriendjes in de buurt, zegt Henk-Willem Laan, directeur van de stichting, in het NOS Radio 1 Journaal. Uit het onderzoek blijkt dat bijna de helft van de kinderen geen vriendjes in de buurt heeft.
"Er vallen natuurlijk heel veel dingen uit", zegt Laan. "Er zijn bijvoorbeeld veel kinderen die nog niet kunnen sporten. Omdat er meer volwassenen bij nodig zijn, lukt het niet om dat te organiseren."
De 11-jarige Tatum, wier linkerarm en -been minder functioneren door cerebrale parese, is een van de kinderen die zich eenzamer voelen door de coronacrisis. "Ik werd verdrietig omdat ik niemand in de buurt had. Ze kwamen altijd voor mijn broertje, ze zeiden nooit mijn naam. Ik ging altijd wel mee, maar op een gegeven moment ben ik daarmee gestopt", zegt Tatum in het NOS Radio 1 Journaal.
Laan zou graag zien dat de kinderen meer dingen in de buurt hebben, door bijvoorbeeld speeltuinen toegankelijker te maken. Maar het zou de kinderen ook helpen om naar een school in de buurt te gaan, in plaats van speciaal onderwijs verder weg.
"Dat is een langere adem, maar we zijn er volop mee bezig om dat in de komende jaren in Nederland te kunnen veranderen." Uit eerder onderzoek bleek dat 85 procent van de kinderen die niet in de buurt naar school gaat geen vriendjes heeft in de woonomgeving.