Steeds vaker wappert de regenboogvlag: wat zegt dat over acceptatie?
Regenboogvlaggen, speldjes en gekleurde logo's: tijdens de EK-wedstrijd in Hongarije werd afgelopen week een statement gemaakt tegen de nieuwe antihomowet in het land. Ook in Nederland werd actie gevoerd: de Pride-vlag werd op grote schaal uitgehangen om solidariteit met de Hongaarse en Nederlandse lhbti-gemeenschap te tonen. Wat zegt dat over lhbti-acceptatie in ons land?
"Je ziet dat de regenboogvlag steeds breder gebruikt wordt", merkt Philip Tijsma van het COC op. "Ook mensen die zich niet als lhbti-persoon definiëren omarmen het symbool: de eerste persoon die ons meldde dat hij een regenboogvlag mee wilde nemen naar Hongarije, was een heteroseksuele man."
Is dit bewijs van meer lhbti-acceptatie? Niet per se. Volgens Tijsma moet je deze twee ontwikkelingen, de lhbti-acceptatie enerzijds en vlaggengebruik anderzijds, los van elkaar zien. "Elk jaar groeit het aantal mensen dat zegt lhbti's te accepteren met ongeveer een half procent, dus geleidelijk lijkt de acceptatie toe te nemen. Tegelijkertijd speelt er nog veel onder de oppervlakte", benadrukt hij.
"Het is maar net waar je kijkt", voegt Martien Sleutjes, onderzoeker bij IHLIA LGBTI Heritage, dat lhbti-erfgoed verzamelt, daaraan toe. "In de gemiddelde wijk van Nederland zou ik niet 1,2,3 de vlag durven uithangen. Rondom zo'n voetbalwedstrijd in Hongarije kan het misschien zonder problemen, maar of dat in september nog steeds het geval is: ik denk het niet."