Mensen met beperking komen minder bij buurtvoorziening
Mensen met een beperking, chronische ziekte of psychische aandoening blijven op het gebied van werk en het gebruik van buurtvoorzieningen achter bij de algemene bevolking. Dit blijkt uit onderzoek van Nivel in samenwerking met het Trimbos-instituut in opdracht van het College voor de Rechten van de Mens, meldt Nivel.
De focus van het onderzoek ligt op twee artikelen van het VN-Verdrag: Artikel 19 over zelfstandig wonen en deel uitmaken van de samenleving en Artikel 27 over werk en werkgelegenheid. Op beide gebieden blijkt nog niet iedereen op gelijke voet mee te doen. Dit bleek vanmorgen ook al uit onderzoek van het CBS.
Uit onderzoek van Nivel en van CBS blijkt dat het percentage mensen met betaald werk onder mensen met een lichamelijke beperking, chronische ziekte en psychische aandoening veel lager is dan in de algemene bevolking. De lage arbeidsparticipatie komt niet voort uit een geringe behoefte aan betaald werk: 19-23 procent van de mensen met en lichamelijke beperking of psychische aandoening zonder betaald werk, had daar in 2020 wel behoefte aan. In de algemene bevolking was dat 7 procent. Praktisch alle mensen met een beperking, chronische ziekte of psychische aandoening die geen werk hebben, geven aan ondersteuning nodig te hebben om werk te vinden en te kunnen doen. Bijvoorbeeld flexibele werktijden, werk dichtbij huis en de mogelijkheid om thuis te werken.