Emancipatiebeleid lhbtiq+'ers loopt achter: 'Regering moet sprint trekken'
Nederland staat op de dertiende plaats van Europese landen die het op het gebied van lhbtiq+-rechten goed voor elkaar hebben. Dat terwijl we eerder tot de wereldtop behoorden. De meeste coalitiepartijen hebben een akkoord getekend waarmee Nederland weer terug kan komen aan de top. Maar de uitvoering van dat akkoord verloopt volgens belangenorganisaties maar traag.
Jaarlijks brengt mensenrechtenorganisatie Ilga Europe de Rainbow Europe-index uit. Voor deze ranglijst wordt per land gekeken naar wetgeving en beleid om lhbtiq+'ers te beschermen. Ons land scoorde drie maanden geleden 56 van de 100 haalbare punten. Ter vergelijking: lijstaanvoerder Malta haalde er 92.
Top 5 Rainbow Europe-index
1. Malta
2. Denemarken
3. België
4. Noorwegen
5. Luxemburg
Een deel van de punten uit de Rainbow Europe-index en het Nederlandse regenboogstembusakkoord komen overeen. In dat akkoord deden lijsttrekkers vorig jaar een reeks beloften aan belangenorganisatie COC over lhbtiq+-emancipatie voor deze kabinetsperiode. Het akkoord werd getekend door de gehele coalitie, behalve ChristenUnie.
De uitvoering verloopt traag, constateert COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. "We stijgen al als slechts een deel van de beloftes wordt uitgevoerd. Maar afgelopen jaren stonden we stil en werden we door andere landen ingehaald die wél met nieuwe wetten kwamen."
Zo steeg IJsland dit jaar op de lijst nadat het land ouderschap van transgender personen erkende. Frankrijk legde conversietherapie, ook bekend als 'homogenezing', aan banden. In Nederland zijn beide wetten nog niet geregeld.