Uitspraak Marechaussee definitief: Kabinet, neem nu effectieve maatregelen tegen etnisch profileren
De Nederlandse Staat gaat niet in cassatie tegen de uitspraak van het gerechtshof Den Haag over etnisch profileren door de Koninklijke Marechaussee (KMar). De Staat legt zich neer bij de uitspraak van het gerechtshof en daarmee is die uitspraak definitief. Dit is een belangrijke stap in de strijd tegen racisme en discriminatie.
De rechtszaak werd aangespannen door een coalitie van twee ‘niet-witte’ burgers, Amnesty International, Controle Alt Delete, RADAR en ondersteund door advocaten van PILP en Houthoff. De coalitie roept het kabinet nu op om snel stappen te zetten om ervoor te zorgen dat ook andere overheidsorganisaties etniciteit niet meer laten meespelen in controles van burgers.
De rechtszaak, die in 2020 werd aangespannen, draaide om de vraag of de KMar bij grenscontroles mensen mede vanwege hun etniciteit mag selecteren voor een controle. Op 14 februari 2023 oordeelde het gerechtshof in hoger beroep dat de huidige werkwijze van de KMar een vorm van rassendiscriminatie is en verbood deze werkwijze. Volgens het hof mag etniciteit op geen enkele manier, ook niet een klein beetje, een rol spelen in beslissingen om mensen controleren. De Staat heeft volgens het hof niet aangetoond of aannemelijk gemaakt dat huidskleur of etnisch uiterlijk iets kunnen zeggen over iemands herkomst of nationaliteit. Het hof vernietigde hiermee het eerdere oordeel van de rechtbank dat etnisch profileren toestond.
Het hof overwoog dat etnisch profileren ertoe leidt dat Nederlanders van kleur zich ‘niet geaccepteerd en tweederangsburger voelen’ en dat deze werkwijze van de KMar ‘een negatieve uitstraling op de maatschappij als geheel’ heeft. In een reactie op de uitspraak liet Mpanzu Bamenga, een van de burgers die de rechtszaak aanspanden, weten zich gesterkt te voelen in zijn overtuiging dat racisme geen plek heeft in onze samenleving. ‘De uitspraak is een historische overwinning voor de menselijke waardigheid.’